Soms gaat het vanzelf, maar veel vaker is het een hele klus om een goede relatie op te bouwen met je stiefkind. De belangrijkste reden hiervoor is het pijnlijke feit dat een stiefrelatie is gebouwd op verlies. Het maakt niet zo veel uit of dit verlies van de andere ouder is door overlijden of verlies van het kerngezin door scheiding. In beide situaties is er sprake van rouw en verdriet. Als dit verdriet nog heel vers is zit een kind niet op jouw komst te wachten. Ook als jouw nieuwe partner al geruime tijd (gedeeltelijk) alleen woont met de kinderen kun jij als een indringer worden ervaren. Dat maakt jouw startpositie niet eenvoudig. Dit wordt nog eens versterkt als de andere ouder jouw komst (nog) niet kan accepteren. Jouw stiefkind ontbeert dan ook nog eens de noodzakelijke toestemming om zich te mogen verbinden met jou.
Ruimte en tijd
Het bovenstaande is niet bedoeld om je te ontmoedigen, maar enkel om je bewustzijn te vergroten dat je vanuit een achterstandspositie start. Tot zover heb je geen enkele invloed. Gelukkig is er van alles waarop je dat wél hebt. Het allerbelangrijkste is misschien wel dat je je stiefkind de ruimte en de tijd geeft om aan jouw komst te wennen. Met jouw komst moet het kind papa of mama ‘delen’. Onderzoek met je partner wat voor het kind tot dusver belangrijke één-op-één momenten waren. Patat eten op woensdag? Op vrijdag met elkaar voor de buis? Op zaterdagochtend samen naar het voetbal- of hockeyveld? Gun jouw partner en jouw stiefkind deze belangrijke tijd en ruimte samen. Mooie nevenvangst is dat jij dan zelf ook even ruimte hebt voor wat jij graag alleen of met een goede vriend(in) doet!
Erkenning andere ouder
Daarnaast is het misschien moeilijk, maar wel belangrijk dat je de vader of moeder van het kind erkent en respecteert. De overleden ouder is er weliswaar niet meer, maar heeft en verdient zijn of haar plek binnen het samengestelde systeem. Hetzelfde geldt voor de niet-inwonende ouder van het kind. Het kind dankt immers zijn of haar bestaan voor de helft aan deze ouder. Wijs jij, hoe subtiel ook, deze ouder af, dan wijs je het kind ook gedeeltelijk af. Bovendien is alles en iedereen die er niet mag zijn, versterkt aanwezig. Als je stiefkind echter ervaart dat deze ouder er gewoon mag zijn en dat jij niet in die ouderrol stapt creëer je een gezonde basis voor jullie stiefrelatie.
Waardevolle aanvulling
Verder kun je onderzoeken wat jou en je stiefkind, naast de stiefrelatie, verbindt. Hebben jullie gezamenlijke interesses? Interesses die jouw partner of de andere ouder misschien juist niet hebben en waarin jij een waardevolle aanvulling kunt zijn? Denk hierbij aan een sportwedstrijd bekijken, actief sporten, winkelen, koken, exotisch eten, naar de bioscoop gaan, gamen, etc. Ook hulp bij een lastig schoolvak of een keer taxiën kunnen eenvoudige, maar mooie momenten zijn om het contact tussen jullie tweetjes te verstevigen. Voel je dat dit alles nog een brug te ver is en dat jouw stiefkind het ook na verloop van tijd nog steeds lastig vindt om open te staan voor contact met jou? Bedenk dat het waarschijnlijk niet om jou als persoon gaat, toon begrip en durf op een passend moment eens te vragen wat het zo moeilijk of vervelend maakt voor je stiefkind. In mijn geval klaarde dat de lucht tussen mij en een van mijn stiefkinderen aanzienlijk.
Geven en nemen
Wie herkent ten slotte de uitspraak ‘Ik geef zo ontzettend veel en er komt zo weinig terug’ niet? Vooral stiefmoeders uiten deze pijn vaak. In veel relaties is het belangrijk dat geven en nemen in balans zijn. Hierop bestaat echter één uitzondering: de relatie tussen (stief)ouders en kinderen. Geven en nemen zijn hier per definitie in disbalans. Er wordt door de (stief)ouder veel meer gegeven dan genomen. Voor ouders is dit vaak niet zo’n probleem. Stiefouders hebben hier vaak meer moeite mee. Onderzoek daarom steeds weer zorgvuldig bij jezelf of je oprecht en vanuit liefde (eventueel voor je partner) geeft. Als je geeft in de hoop zelf geaccepteerd te worden, gezien te worden of om te ontvangen kom je ongetwijfeld bedrogen uit.
Misschien helpt het bovenstaande je weer een stapje verder. Mocht je echter behoefte hebben om jouw persoonlijke situatie een keer te bespreken, mail dan naar anna@rensencoaching.nl of bel 06 26 83 75 06.